Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wanneer mij Balak zijn huis vol zilver en goud gave, zo kan ik het bevel des HEEREN niet overtreden, doende goed of kwaad [23]uit mijn [eigen] hart; wat de HEERE spreken zal, dat zal ik spreken. 23. Dat is, van mijzelven. Zie hfdst.16 vs.28.